BIOTECH IN VLAANDEREN - EEN STRAF VERHAAL

Lees nu het verhaal van 40 jaar biotech in Vlaanderen

De Vlaamse biotechsector is wereldvermaard. Vlaanderen is een wereldspeler inzake ‘life sciences’, de studie van alle levensvormen, en in het bijzonder wat betreft de biotechnologie, de praktische toepassing van die kennis met behulp van technologie.

Dankzij een vruchtbare kruisbestuiving tussen een hoogstaande gezondheidszorg, excellent wetenschappelijk onderzoek, gedurfd ondernemerschap, risicovolle financiering en een ondersteunende overheid is in Vlaanderen de voorbije veertig jaar een academisch en industrieel netwerk ontstaan dat als uniek wordt ervaren in Europa. ‘Flanders Biotech Valley’, tussen Maas en Noordzee, is synoniem geworden met kwaliteit.

​Jo Bury, Johan Cardoen en Dirk Reyn zijn als drijvende krachten achter het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) en flanders.bio nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van de Vlaamse biotechindustrie. Toen ze zich realiseerden dat enkele van de iconische pioniers van het Vlaamse biotechverhaal zich stilaan terugtrokken en minder zichtbaar werden, besloten ze het verhaal van de Vlaamse biotech neer te schrijven in dit boek.

Biotech in Vlaanderen - Een straf verhaal kwam tot stand in samenwerking met Witsand Uitgevers, VIB, flanders.bio en Flanders Investment & Trade. De eerste druk verscheen in mei 2023.

Boekvoorstelling

Op 31 mei 2023 werd het boek Biotech in Vlaanderen voorgesteld aan het grote publiek tijdens de State of the Union, een evenement van flanders.bio en VIB aan de vooravond van Knowledge for Growth.

Een straf verhaal

In die veertig jaar hebben Vlaamse onderzoekers en pioniers ontdekkingen gedaan die meer dan twee miljoen patiënten per jaar beïnvloeden en die dagelijks gebruikt worden in de landbouw, in labs en medische kabinetten.

Ondernemers en hun teams hebben honderden meetings gehad om investeerders te overtuigen deze Vlaamse innovaties en hun verhaal te ondersteunen boven al die andere investeringsvoorstellen die op hun bureau belandden. Met succes. Meer dan 10 miljard euro vond zijn weg via Euronext, Nasdaq, Easdaq of private investeringen naar de Vlaamse biotech-bedrijven. Elke euro die geïnvesteerd werd in de sector is tien jaar later minstens vier euro geworden en elke euro die de Vlaamse overheid investeerde in het onderzoek van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) is vandaag elf euro waard.

Zo’n zestigduizend mensen werken vandaag direct of via ondersteunende jobs in de Vlaamse biotech-sector. Dat is een straf verhaal, zonder meer. Het is een verhaal van mensen en teams. Van doorzetten, van vallen en opstaan en van toevallige ontdekkingen en ontmoetingen.

Over de auteurs

Jo Bury 

Jo Bury is oprichter en voormalig Directeur van VIB, het Vlaams Instituut voor Biotechnologie. Van november 1995 tot maart 2022 was hij Managing Director van VIB.

Hij was Operational Director van VLAB (Vlaams Actieprogramma Biotechnologie) en wetenschappelijk adviseur bij federale en regionale organen als IWONL-IRSIA, IWT.

Jo Bury was lid van de Raad van Bestuur van diverse onderzoeksintensieve bedrijven, onderzoeksinstellingen en ondersteunende organen. Hij was / is SAB voor diverse onderzoekscentra in de life sciences.

Johan Cardoen

Johan Cardoen was tot 31 mei 2012 CEO van CropDesign nv. Van juni 2012 tot 1 mei 2020 Managing Director van VIB.

Tot 1 juli 2020 was hij Voorzitter van de LP Board van V-Bio Ventures, een toegewijd investeringsfonds op het vlak van life sciences. Hij maakte tot 2020 ook deel uit van de Raad van Bestuur van diverse biotech-bedrijven. Verder was hij van 2007 tot mei 2012 voorzitter van flanders.bio.

Vandaag is hij zelfstandig adviseur en ondernemer in de life sciences.

Dirk Reyn 

Dirk Reyn heeft meer dan 35 jaar ervaring in de internationale farmaceutische en biotech-industrie. Hij was een hoofdrolspeler in verschillende farmaceutische licentiedeals, fusies en overnames terwijl hij voor Janssen Pharmaceutica in Beerse werkte.

Hij is de oprichter van Movetis, de medeoprichter en ex-CEO van eTheRNA en mede-CEO/mede-oprichter van Spectricity.

Momenteel is hij een van de drie Managing Partners van Bioqube Ventures dat een biotechfonds met meer dan 10 Europese biotech-investeringen beheert. Hij is sinds 2018 ook voorzitter van flanders.bio.

Het boek is gebaseerd op interviews met tientallen bevoorrechte getuigen van het verhaal van de Vlaamse biotech en op heel wat publieke documenten en rapporten.

Het geeft een antwoord op vragen als: wat is een cel en hoe zijn we in een halve eeuw geëvolueerd van de eerste voorzichtige schets van de DNA-molecule naar diepgaande inzichten in de rol van genen, eiwitten, suikers en vetten en in ziekte en gezondheid van mens, dier en plant?

Bovenal is Biotech in Vlaanderen - Een straf verhaal een inspirerende gids voor wie inzicht wil krijgen in het reilen en zeilen van een innovatieve en onderzoeksgedreven sector, die dag na dag werkt aan producten die het leven van miljoenen mensen voortdurend veiliger, gezonder en duurzamer maken.

Uitgelicht fragment: Een nieuw competentiecentrum

Vanaf een wit blad…

Begin 1994 krijgen Jo Bury en Rudy Dekeyser, experts van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT), een telefoontje van hun overste, Christine Claus. De boodschap luidt dat ze over een uur verwacht worden op het kabinet van de minister-president. Op dat ogenblik zijn Bury en Dekeyser verantwoordelijk voor het Vlaams Actieprogramma Biotechnologie (VLAB), waarmee een aantal academische ‘Emerging Technology Centres’ (ETC’s) worden betoelaagd.

Tijdens hun gesprek betoogt Van den Brande dat Vlaanderen een enorm potentieel heeft in de levenswetenschappen. Onze wetenschappers hebben wereldwijd een reputatie met hun speerpuntonderzoek. Maar in tegenstelling tot wat hij heeft gezien in de Verenigde Staten en Canada, vertaalt deze kennis zich te weinig in economische en maatschappelijke meerwaarde voor Vlaanderen. Van den Brande wil jaarlijks één miljard Belgische frank (ongeveer 25 miljoen euro) investeren om de Vlaamse biotechnologie internationaal op de kaart te zetten. Maar alleen op voorwaarde dat er een kenniseconomie uit zal voortvloeien. Er moet ‘gevaloriseerd’ worden.

Excellentie in onderzoek moet een speerpunt zijn, maar de vertaling naar maatschappelijke en economische waarde is dus minstens even belangrijk. Vanaf het begin maakt Van den Brande duidelijk dat hij onderzoekers geen blanco cheque wil geven. Als minister-president van Vlaanderen, maar ook als minister van innovatie en economie, vindt hij het belangrijk om innovatie aan economische waarde te koppelen. Met zijn initiatief wil hij dus niet focussen op ‘basisonderzoek om het onderzoek’, ‘l’art pour l’art’ – zoals hij stelt. Neen, de resultaten moeten vertaald worden in economische en maatschappelijke ontwikkeling, in tewerkstelling en in nieuwe producten. “Ik geef jullie de taak om volgende week terug te komen met een plan om deze ambitie waar te maken”, besluit Van den Brande het onderhoud.

“We stonden verbluft terug op straat. Met een duizelend hoofd”, aldus Jo Bury. “Hoe moesten we dat plan vormgeven?” De inspiratie komt echter snel … Mede dankzij Dirk Callaerts, destijds kabinetsmedewerker bij Van den Brande. Bury, Dekeyser en Callaerts vormen een operationeel trio, onder het toeziend oog van IWT-directeur-generaal Christine Claus.

De eerste versie van het plan bestaat uit een reeks ‘bullet points’, niet meer. Daarin wordt aangegeven hoe je van kennis tot economische en maatschappelijke waarde komt. “Dat waren eenvoudige, evidente dingen: kennis octrooieren, die kennis in licentie geven aan bedrijven, het bundelen van technologieën om start-ups te creëren, zorgen voor financiële ondersteuning – deels vanuit de overheid, deels privaat kapitaal … kortom het ABC van technologietransfer”, herinnert Dekeyser zich.

Het trio heeft wel meteen de creatie van een nieuw instituut voor ogen, geen nieuwe organisatie die subsidies voor onderzoek toekent. Daarmee zou vooral de bestaande versnippering worden versterkt en te weinig strategische impact worden gecreëerd. Ze zien alleen heil in een echt instituut, dat zelf verantwoordelijk is voor de hele innovatieketen: van onderzoek tot ‘spin-off’-bedrijf. Ze zullen inzetten op excellentie in basisonderzoek, concentratie van middelen, structurele financiering op de lange termijn en het professioneel uitbouwen van een volledige innovatiepijplijn. “De sterkte van de ketting wordt bepaald door de zwakste schakel. Alle schakels moesten dus sterk zijn”, aldus Bury.

Verleenden financiële steun aan dit boek (in volgorde van hun bijdrage / alfabetisch)

FIT, flanders.bio, VIB

anacura, Janssen Pharmaceutica, PwC, Ajit Shetty, Universitair Ziekenhuis Gent

BASF Innovation Center, Biotalys, Jo Bury, Johan Cardoen, Désiré Collen, Droia Ventures, Gimv, KBC Securities, KU Leuven, QbD Group, Dirk Reyn, Sanofi, Tim Van Hauwermeiren, VUB

Bioqube Ventures, ExeVir, imec

De Clercq & Partners, Ruth Devenyns, eTheRNA, Euronext, IQVIA, Rudi Mariën, Qbic – Wim Van Camp, ReMYND, V-Bio Ventures, Mark Vaeck

Patrik De Haes, UAntwerpen, Universitair Ziekenhuis Antwerpen, Staf Van Reet, Marc Zabeau